Cor Molenaar

Cornelis Albert Molenaar werd op 23 mei 1920 geboren te Leeuwarden. Hij overleed in 2012, eveneens te Leeuwarden.

Vroege jaren:
Cor ontpopte zich tot een gevoelige jongen en hij kon erg goed leren: de enige onvoldoende die hij ooit haalde was voor sport. Hij kreeg van zijn tante Marie de liefde voor muziek mee. In tegenstelling tot broer Bauco, die tot Cors ergernis jazz speelde op de piano in het ouderlijk huis, hield Cor van klassieke muziek. Op de tennisclub en bij dansles waren leuke jongedames genoeg, maar Cor voelde zich meer aangetrokken tot mannen. Helaas leefde hij in een tijdperk waarin homoseksualiteit taboe was en aanvankelijk dacht hij dat hij aan een ziekte leed, omdat daar in die tijd zo over werd geschreven. Naast zijn muzikale tante Marie was er tante Jet, die in Genua woonde en daar zong in de opera, alwaar Cor haar vele malen bezocht.

Opleiding:
Als componist was Cor Molenaar autodidact. Zijn muzikale ontwikkeling kwam tot stand onder de bezielende leiding van zijn pianodocente Jouck Cuperus. Vanaf zijn 15e tot zijn 65e jaar heeft Cor gecomponeerd. Vanwege zijn toenemende slechtziendheid heeft hij daarna niets meer aan het papier kunnen toevertrouwen.
Op zijn 18e behaalde hij het eindexamen aan het Stedelijk Gymnasium van Leeuwarden en vertrok daarna naar Leiden om theologie te studeren. Hij voelde zich onder de Leidse studenten als een vis in het water. Maar toen brak de Tweede Wereldoorlog aan. Hij was getuige van de invasie, zag parachutisten landen bij Valkenburg en Rotterdam in brand staan na het bombardement. Hij wist zijn kandidaatsexamen nog te behalen voordat de universiteit van Leiden in november 1941 werd gesloten. Hij vervolgde zijn studie theologie in Groningen, waar hij zich minder op zijn gemak voelde dan in het vrijzinnige Leiden.

Werkzaamheden:
Cor was op het eind van de oorlog en na de oorlog hulppredikant op diverse plaatsen in Friesland en tevens op Vlieland. Daarna ging hij werken als kinderpastor voor de Deense humanitaire organisatie Red Barnet (Red het Kind). Honderden Nederlandse kinderen waren naar pleeggezinnen in Jutland gestuurd om gezondheidsredenen. Hij leerde de Deense taal en is in de loop van zijn leven regelmatig teruggekeerd naar Jutland. De liefde voor Scandinavië bracht hem er toe om in 1948 de Scandinavische Contact Club Fryslân mede op te richten. In 1997 werd hij benoemd tot erelid.
Cor is uiteindelijk geen beëdigd predikant geworden. Hij wilde geen dubbelleven leiden, maar openlijk uitkomen voor zijn geaardheid en dat viel voor hem niet te combineren met een maatschappelijke functie als dominee. In plaats daarvan ging hij Russisch studeren in Groningen om zijn intellectuele literaire talenhonger te stillen. Hij wist in zijn levensonderhoud te voorzien door een combinatie van goed beleggen en zuinig leven. Daarbij wilde hij onafhankelijk zijn van anderen, ook van uitkeringen vanuit het sociale zekerheidsstelsel.

Zijn lijfspreuk was Multum non multa: het gaat om de kwaliteit, niet om de kwantiteit.

Toont alle 10 resultaten

Toont alle 10 resultaten