Jitze Nicolai

Jitze Nicolai werd geboren op 17 juni 1939 te Drachten en overleed op 3 mei 2019 te Buitenpost.

Opleiding:
Hoewel Nicolai aanvankelijk theologie wilde studeren werd later toch gekozen voor de muziekstudie.
Hij studeerde van 1957 tot 1963 orgel, koordirectie, kerkmuziek en trompet aan het conservatorium te Utrecht. Zijn leermeesters waren onder anderen Stoffel van Viegen, Adriaan C. Schuurman, Cor Kee, Willem Mudde, Geerink Bakker, Hans van der Werf en Herman Strategier. Van grote invloed op z’n verdere ontwikkeling was de studie bij prof.dr. Wilhelm Ehmann (Kerkmuziek Herford) en het musiceren in de Scala van Milaan onder leiding van Carlo Zechi.

Werkzaamheden:
Jitze Nicolai was gedurende vele jaren werkzaam in Fryslân en Groningen als koor- en orkestdirigent, en ruim dertig jaar als directeur van de streekmuziekschool De Wâldsang te Buitenpost. Bovendien was hij muziekleraar aan de kweekschool voor onderwijzers te Dokkum en leraar koordirectie in Groningen, Assen en Zwolle. Daarnaast was hij nauw betrokken bij de staatsexamens voor muziek en redacteur van een landelijk muziek tijdschrift.
Hij was landelijk juryvoorzitter bij zangconcoursen en bij concertwedstrijden voor hafabra-orkesten. Als organist was hij enkele jaren verbonden aan de kerken in Ee en Twijzel en ruim vijftig jaar in Buitenpost. Hij ontving daarvoor een gouden onderscheiding. Tegenwoordig is hij, naast zijn compositorische werkzaamheden, gecommitteerde bij de landelijke muziekschoolexamens.

Composities:
Jitze Nicolai schrijft voornamelijk cantates en liedbewerkingen voor kerkelijk gebruik. Voor radio-uitzendingen van de NCRV componeerde en bewerkte hij Friese liederen, waarvan een aantal is opgenomen in het Frysk Lieteboek en in de bundels Fryslân Sjongt en Sjongerderwize. Ook maakte hij een twintigtal werken voor koperorkest, die werden (worden) gebruikt voor radio-uitzendingen.
Op verzoek van de N.F.C.M., en in samenwerking met de NCRV, verzorgde hij de uitgave van een bundel met gezangen uit het Liedboek voor de Kerken met daarin zo’n tachtig bewerkingen voor de hafabra-orkesten in Nederland.
Van zijn grotere werken zijn o.a. de cantates Dies irae, dies illa voor solisten, koor, orkest en orgel uitgezonden door de NCRV, Skaed en Ljocht en Ik seach in nije Himel en in nije Ierde door Omrop Fryslân en Capriccio door de VARA.

Prijzen:
Voor zijn verdiensten op het gebied van de amateuristische muziekbeoefening op landelijk niveau ontving hij de Koninklijke onderscheiding Ridder in de orde van Oranje-Nassau.